CDA dankt Gea van Mensvoort voor jarenlange inzet in Boekelse politiek
Gea van Mensvoort stopt als raadslid van de gemeente Boekel. Dat maakte ze publiekelijk bekend in haar afscheidsbrief tijdens de raadsvergadering van 3 oktober. Bestuur, fractie en leden van het CDA zijn Gea zeer dankbaar voor haar jarenlange inzet in de Boekelse politiek.
Trots op wat we als CDA-fractie bereikt hebben
Gea was al sinds 2004 actief in de Boekelse politiek. Tot 2010 als burgerlid in de commissie grondgebiedszaken, van 2010 tot 2018 als CDA-bestuurslid en vanaf 2018 als gemeenteraadslid. Gea kijkt in haar afscheidsbrief met trots terug op de investeringen in verenigingsaccommodaties, de woningbouw en de Zuidwand (een prachtig toekomstgericht project met ruimte voor ondernemen en wonen) waar ze zich samen met haar fractiegenoten sterk voor heeft gemaakt. En als er één onderwerp is waar Gea écht het verschil heeft gemaakt, is het de herinvoering van de Startersleningen zodat starters op de woningmarkt meer kansen krijgen.
Terugblik op discutabele aanleiding
De manier waarop DOP en GVB – nu bijna een jaar geleden – het plan van Gea en haar man tegenhielden om twee ruimte-voor-ruimte woningen aan de Molenwijk te realiseren, sloegen een diepe wond. Te meer omdat deze locatie nota bene jaren geleden al door het College van Burgemeester en Wethouders zelf aangewezen was als locatie voor zulke woningen. Maar liefst drie verschillende Colleges, het Waterschap én de Provincie waren al akkoord met hun zeer groen ingepaste plannen. Desondanks besloten DOP en GVB het plan tegen te houden.
Gea verklaarde hierover: “Afgelopen jaar is voor mij een moeizaam jaar geweest. Ik wilde graag een weg terugvinden naar vertrouwen in objectieve en onafhankelijke politieke afwegingen. Het zomerreces bood mij een moment van bezinning op het raadswerk en de cultuur in onze gemeenteraad. Hoe gaan we met elkaar om? Kunnen we elkaar recht in de ogen kijken? Voor mij van essentieel belang om onze gemeenschappelijke opdracht samen te kunnen vervullen. Tot mijn spijt ben ik tot de conclusie gekomen dat ik onvoldoende vertrouwen voel voor een vruchtbare samenwerking in de toekomst.”